In gesprek met Lieke Hofma – de Graaf

Ruimte om te groeien: Lieke over haar dynamische rol bij Déhora Consultancy

Hoe ben je bij Déhora Consultancy terecht gekomen?

“Ik werk nu ruim anderhalf jaar bij Déhora Consultancy. Ik kom oorspronkelijk uit de zorg, waar ik zes jaar gewerkt heb. Daar kwam ik in aanraking met plannen en roosteren. Dat vond ik zó interessant, dat ik daar verder in wilde groeien. Tijdens mijn werk als planner in de zorg had ik contact met interim-collega’s van Déhora Consultancy en volgde ik daarnaast de OPP- en CP-trainingen. Ik had altijd al positieve verhalen gehoord, dus toen ik me verder wilde ontwikkelen in het vak van planner, wist ik: dan moet ik bij Déhora Consultancy zijn.”

Wat maakte dat je toe was aan een nieuwe uitdaging?

“In mijn werk als planner binnen de zorg werkte ik steeds met vaste teams, vaak voor langere tijd. Dat heeft voordelen, maar na een paar jaar merkte ik dat de uitdaging er voor mij een beetje af was. Ik wilde méér leren en me echt verdiepen in het vakgebied. Binnen de organisatie waar ik toen werkte, waren er niet veel doorgroeimogelijkheden als je wilde blijven plannen. De opties waren vooral gericht op functies als teamleider of manager, maar dat trok me niet. Mijn hart ligt bij plannen en alles wat daarmee samenhangt. Ik ben dus bewust op zoek gegaan naar een plek waar ik die passie verder kon ontwikkelen, zonder dat ik een andere richting in hoefde te slaan. Déhora Consultancy bood precies die mogelijkheid.”

En nu ben je niet alleen planner, maar ook trainer. Hoe is dat zo gelopen?

“Dat ging eigenlijk veel sneller dan ik had verwacht. Toen ik begon bij Déhora Consultancy, had ik totaal niet het idee dat ik binnen anderhalf jaar voor een groep zou staan. Maar gaandeweg groeide mijn interesse. Ik vond het altijd al leuk om trainingen te volgen, en op een gegeven moment begon ik me af te vragen hoe het zou zijn om zelf aan de andere kant te staan. Toen ik dat een keer hardop uitsprak tegen Robin, een van onze ervaren trainers, ging het ineens snel. Niet veel later werd ik gebeld met de vraag of ik interesse had om het eens te proberen. En toen stond ik daar, zonder ervaring, voor een groep. Mijn eerste lesdag was maar een halve dag, maar het was ontzettend spannend én heel leuk. Die ochtend dacht ik echt, ik voel me niet lekker. Maar dat waren de zenuwen. Toen ik het gedaan had, gaf dat echt een kick. Ik dacht, wow, dit was heel gaaf. Vanaf dat moment wist ik: dit wil ik vaker doen.”

Hoe bereid je je voor op een trainingsdag?

“Voor mijn eerste training had ik het geluk dat ik dezelfde training eerder al bij Robin had meegekeken. Daardoor had ik een goed beeld van hoe de dag eruit zou zien. Ik had destijds veel aantekeningen gemaakt en heb de presentatie grondig doorgenomen. Ook heb ik vooraf met Robin besproken wat per onderdeel belangrijk was om te benoemen. Toen heb ik zelf een dagdeel verzorgd, en na afloop kreeg ik feedback van Robin. Hij was positief, en dat gaf echt een boost aan mijn zelfvertrouwen. De deelnemers waren ook enthousiast, en dat maakte dat ik het nog leuker vond om te doen.”

Wat vind je het leukste aan training geven?

“Wat ik echt mooi vind, is dat ik mijn eigen enthousiasme voor plannen en workforce management kan overbrengen op anderen. Dat ik ze hopelijk niet alleen iets leer, maar ook meer zelfvertrouwen meegeef om hun werk goed te doen. Soms gaat het niet eens om het bijbrengen van compleet nieuwe kennis, maar juist om het moment waarop er iets klikt. Dat iemand ineens snapt waarom we de dingen op een bepaalde manier doen. Ik kreeg bijvoorbeeld eens terug uit een groep: “Oh, nú snap ik waarom we dit zo aanpakken.” Dat moment waarop je ziet dat er een kwartje valt, dat vind ik heel gaaf.”

Wat heb je zelf geleerd van het trainen?

“Heel veel eigenlijk. Vooral dat ik meer in mijn mars heb dan ik zelf dacht. Soms moet je gewoon durven en het doen, ook al weet je niet zeker of je het kunt. Door het trainen leer ik nu vaardigheden die ik in mijn werk als planner minder nodig had. Zoals het inschatten van een groep, mensen actief houden en inspelen op wat er op dat moment nodig is. En elke keer dat ik een training geef, leer ik weer iets nieuws en dat neem ik weer mee naar de volgende keer.”

Hoe combineer je al die verschillende rollen in je werk?

“Het is soms best een puzzel, maar wel een leuke. Ik werk nu 32 uur per week, verdeeld over vier dagen. Mijn week is altijd anders. Zo ben ik op sommige dagen de hele dag bij een klant op locatie, op andere dagen sta ik zelf voor de groep en verzorg ik een opleidingsdag, en weer op andere dagen werk ik aan een project. Soms switch ik zelfs op één dag van het ene naar het andere project. Dan ben ik ’s ochtends nog bezig met klant A, en zit ik ’s middags ineens midden in iets voor klant B. Dat zorgt er weleens voor dat ik even moet nadenken welke dag het ook alweer is, haha. Maar die afwisseling vind ik juist heel leuk. Tegelijkertijd vraagt het ook om een goede afstemming, want opleidingen en projecten hebben elk hun eigen ritme en intensiteit. Gelukkig loopt de samenwerking met mijn leidinggevenden en de Academy goed. We bespreken regelmatig wat er speelt en hoe het past binnen mijn werkweek. Daardoor lukt het meestal om alles goed te combineren.”

Wat zou je andere collega’s willen meegeven die ook willen groeien of iets nieuws willen proberen?

“Ik zou zeggen: durf de sprong te wagen. Ook als je twijfelt of je het wel kan, probeer het gewoon. Je kunt echt verrast worden door hoe leuk en leerzaam het is. Bij Déhora Consultancy is er veel ruimte om verschillende dingen uit te proberen en je te ontwikkelen. En dat maakt dat je echt kunt groeien, op een manier die bij jou past.”

Heb je nog ambities voor de toekomst?

“Zeker. Ik werk nu als Senior People Planning Specialist en ik merk dat ik graag een volgende stap wil zetten richting consultancy. Ik wil me meer gaan richten op advieswerk en het oplossen van complexe vraagstukken bij klanten. Daarnaast wil ik me op trainingsvlak blijven ontwikkelen. Misschien ook andere opleidingen geven of nieuwe trainers begeleiden. Er zijn nog zoveel mogelijkheden, en dat maakt het werk juist zo leuk.”